SV | En dit zijn de maten des altaars, naar de ellen, zijnde de el een el en een handbreed; de boezem van een el, en een el de breedte; en zijn einde aan zijn rand rondom een span; en dit is de rug des altaars. |
WLC | וְאֵ֨לֶּה מִדֹּ֤ות הַמִּזְבֵּ֙חַ֙ בָּֽאַמֹּ֔ות אַמָּ֥ה אַמָּ֖ה וָטֹ֑פַח וְחֵ֨יק הָאַמָּ֜ה וְאַמָּה־רֹ֗חַב וּגְבוּלָ֨הּ אֶל־שְׂפָתָ֤הּ סָבִיב֙ זֶ֣רֶת הָאֶחָ֔ד וְזֶ֖ה גַּ֥ב הַמִּזְבֵּֽחַ׃ |
Trans. | wə’ēlleh midwōṯ hammizəbēḥa bā’ammwōṯ ’ammâ ’ammâ wāṭōfaḥ wəḥêq hā’ammâ wə’ammâ-rōḥaḇ ûḡəḇûlāh ’el-śəfāṯāh sāḇîḇ zereṯ hā’eḥāḏ wəzeh gaḇ hammizəbēḥa: |
En dit zijn de maten des altaars, naar de ellen, zijnde de el een el en een handbreed; de boezem van een el, en een el de breedte; en zijn einde aan zijn rand rondom een span; en dit is de rug des altaars.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En dit zijn de maten des altaars, naar de ellen, zijnde de el een el en een handbreed; de boezem van een el, en een el de breedte; en zijn einde aan zijn rand rondom een span; en dit is de rug des altaars.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!